Een keurig verhaal, maar daarmee ben je er nog niet. Laat ik ter aanvulling nog iets zeggen waarom van klassieke symfonie wordt gesproken.
Dat deze muzikale vorm kon ontstaan is een gevolg van het feit dat men omstreeks het midden van de 18de eeuw door opgravingen o.a. te Pompeii opnieuw (en grondiger dan in de renaissance) belangstelling kreeg voor de klassieke oudheid. Een uitspraak uit die tijd luidt: slechts in navolging van de antieken kunnen wij waarlijk groot en onnavolgbaar zijn (Winckelmann). Er ontstond een nieuw humanistisch ideaal: de harmonisch gevormde mens(heid). Mensen konden weliswaar grondig van elkaar verschillen en innerlijke strijd kennen, maar al deze tegenstellingen konden op een hoger niveau worden overbrugd en tot eenheid worden gebracht (even terzijde: het zal duidelijk zijn dat aanspraken van universaliteit nu bij wijze van spreken om de hoek lagen; het huidige globaliseringsstreven is er ook nog een echo van).
Zulke hooggestemde gedachten lieten de beeldende kunsten en de architectuur uiteraard niet onberoerd (classicisme). Ook in de muziek van die tijd misten ze hun uitwerking niet. Navolging van muziek uit de klassieke oudheid was niet mogelijk - die kende men niet - maar de sonate, een structuur van drie of meer zelfstandige delen voor kleine bezetting, die in de 16de eeuw was ontstaan, veranderde nu zodanig dat twee thema's met elkaar gingen ‘strijden’ (dualisme). Deze in klassieke zin gewijzigde sonateopvatting werd ook overgebracht op stukken voor een orkest (dat alsmaar groter werd). Daarmee was de klassieke symfonie geboren, die in feite een breed opgezette, uit vier delen bestaande sonate is.
Hoeksteen van de klassieke sonate is de sonatevorm, een begrip dat niet betrekking heeft op meerdere delen (zoals sonate), maar op slechts een enkel deel. Het snelle openingsdeel van klassieke sonate, strijkkwartet en symfonie heeft meestal de sonatevorm (expositie - doorwerking - reprise), maar hij wordt ook wel elders in deze muzikale vormen toegepast.
De klassieke symfonie wordt dus klassiek genoemd vanwege het aan de klassieke oudheid ontleende ideaal van het in evenwicht brengen van tegenstellingen.
Haydn was de eerste componist die de eerste echt klassieke symfonieen schreef (de ‘Parijse’); Beethoven de eerste die de mogelijkheden ervan het verst doordreef (diens Vijfde).
In het voorgaande heb ik bewust een en ander vereenvoudigd weergegeven. Daarbij komt nog dat een psycholoog met wat historische belangstelling ook niet alles weet.